Beleidsmatige afwijkingen
Transformatie vertraagt.
Door Covid-19 staat de realisatie van de transformatiedoelen van de gemeente onder druk. De focus van de gemeentelijke organisatie en van maatschappelijke ketenpartners ligt op het continueren van zorg. Binnen de gemeentelijke organisatie vraagt het beantwoorden van vragen van maatschappelijke instellingen en inwoners veel extra inzet.
Dit geldt ook voor aan Covid-19 gerelateerde zaken zoals het coördineren de werkzaamheden rond de vaccinatielocatie en besluitvorming voor rond de uitvoering van landelijke regelingen voor inkomensondersteuning door de Regionale Dienst Werk en Inkomen.
Hierdoor komt de uitwerking van beleidskaders en ontwikkelen van nieuwe initiatieven onder druk te staan, onder andere op het terrein van inclusief beleid, vrijwilligersinitiatieven voor mobiliteit en onderdelen van de jeugdagenda. Ook de uitwerking van de nota ‘Samen Leven, Samen Doen!’ pakken we minder proactief op dan we van plan waren. De inzet op bovenregionale samenwerking beperken we tot het hoogst noodzakelijke. Hierdoor blijft het mogelijk te focussen op onze wettelijke taken en het werk in relatie tot COVID-19.
Ombuigingsopgave sociaal domein
Zoals wij in de twee bestuursrapportage 2020 al aangaven, konden wij de ombuigingen voor 2020 niet realiseren. Ook dit jaar lijkt het niet meer realistisch van deze ombuiging uit te gaan, door tegenvallende opbrengsten van de maatschappelijke kostenbatenanalyses en de verwachting dat de vraag naar jeugdhulp stijgt en complexer wordt als gevolg van corona. Bovendien geeft het AEF rapport Stelsel in Groei aan dat gemeenten zelf onvoldoende mogelijkheden hebben om de tekorten op jeugdhulp terug te dringen. In de begroting 2021 is in programma 12 rekening gehouden met tegenvallers in het realiseren van de ombuigingsopgaven. Een deel van deze middelen kan hiervoor worden ingezet (zie programma 12).
Extra middelen Jeugdzorg
Hier staat ook tegenover dat het Rijk vanwege de acute problematiek incidenteel € 613 miljoen beschikbaar heeft gesteld aan gemeenten voor het oplossen van de knelpunten in de jeugdzorg. Het gaat onder meer om de tijdelijke uitbreiding van de (ambulante en klinische) crisiscapaciteit jeugd-GGZ, het voorkomen en aanpakken van wachttijden van hoog-specialistische jeugdzorg, de vereenvoudiging jeugdbeschermingsketen, de ombouw van separatiecellen en het verkleinen van woongroepen bij drie milieuvoorzieningen. De middelen zijn ook bedoeld voor de consultatiefunctie en het inrichten van de POH-jeugd GGZ. De verdeling van deze middelen per gemeente wordt bekend in de meicirculaire en daarom is dit financieel nog niet verwerkt.
Werk en inkomen
De Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI) voert naast de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) dit jaar ook de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) uit. Dit is een regeling voor ondernemers/ zelfstandig ondernemers, werknemers of werkzoekende die in problemen komen met het betalen van de noodzakelijke kosten als gevolg van Covid-19 pandemie.
Toeslagenaffaire
In samenwerking met het Rijk zorgt de gemeente voor de gedupeerden van de toeslagenaffaire. Gedupeerden kunnen terecht bij Stichting Sociaal Dorpsteam. De gemeente wordt vanuit het Rijk gecompenseerd. De regeling voert de gemeente budgetneutraal uit.
Financiële afwijkingen
Omschrijving | Begroot | Prognose | Afwijking | N/V | I/S |
---|---|---|---|---|---|
Individuele voorzieningen werk en inkomen | 5.731.000 | 6.037.000 | 306.000 | N | S |
Individuele voorzieningen jeugdwet | 15.010.000 | 16.310.000 | 1.300.000 | N | I |
Algemene voorzieningen Sociale dorpsteams | 3.518.000 | 3.588.000 | 70.000 | N | S |
* I=Incidenteel, S=Structureel
Individuele voorzieningen werk en inkomen € 306.000 N (S)
Bijdrage ontschotting € 306.000 N (S) programma 5
Door de regionale afspraken Strategische kaders blijft de solidariteit in stand, maar de nieuwe ontschottingsafspraken gebundelde uitkering (BUIG) 2021 zorgen wel voor een structureel nadeel van
€ 306.000. De bijstelling ligt in lijn met het raadsbesluit "Nadere uitwerking Strategische Kaders Participatiewet 2020-2023" (nummer 12342 d.d. 25 maart 2021).
Individuele voorzieningen jeugdwet € 1.300.000 N (I)
Compensatie voogdij/18+ € 112.000 N (I) programma 5
Dit betreft een gelabelde post vanuit de decembercirculaire: Compensatie Voogdij/18+, € 112.000 N. Zie de paragraaf Budgetneutrale afwijkingen voor de toelichting.
Onderwijs Achterstanden Beleid (OAB) € 88.000 N (I) programma 5
Dit is de budgetneutrale tegenhanger van de besparing op de middelen in onderwijsachterstandenbeleid zie programma 7 voor 2021 € 88.000 nadeel en voor 2022 € 24.000.
Niet realiseerbare ombuiging sociaal domein € 1.100.000 N (I) programma 5
In 2020 konden wij de ombuigingsopgave niet realiseren. Ook voor dit jaar is het niet meer realistisch van deze ombuiging uit te gaan, door tegenvallende opbrengsten van de maatschappelijke kostenbatenanalyses en de verwachting dat de vraag naar jeugdhulp stijgt en complexer wordt als gevolg van corona. Bovendien geeft het AEF rapport Stelsel in Groei aan dat gemeenten zelf onvoldoende mogelijkheden hebben om de tekorten op jeugdhulp terug te dringen. In de begroting 2021 is in programma 12 rekening gehouden met tegenvallers in het realiseren van de ombuigingsopgaven. Een deel van deze middelen kan hiervoor worden ingezet (zie programma 12).
Algemene voorzieningen Sociale dorpsteams € 70.000 N (S)
Bijdrage sociale dorpsteams € 70.000 N (S) programma 5
Dit betreft de autonome kosten voor loon- en prijsontwikkeling voor de Stichting Sociale Dorpsteams.
Individuele voorzieningen werk en inkomen € 1.115.000) V/N (I)
Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemer (Tozo) € 1.115.000 V/N (I) programma 5
Voor de financiële ondersteuning van zelfstandige ondernemers in Corona tijd heeft het Rijk de regeling Tozo verlengd. De gemeente ontvangt vanuit het Rijk hiervoor een voorschot van € 1.115.000 (V) als baten en voor datzelfde bedrag nemen we een last op van € 1.115.000 (N). De gemeente raamt het bedrag budgettair neutraal omdat voor deze regeling sprake is van een terugbetalingsregeling aan het Rijk op het moment dat sprake is van minder uitgaven in het kader van deze regeling. Dit is een budgetneutrale afwijking. Zie hiervoor de paragraaf budgetneutrale afwijkingen.